Verrassings tocht 27 juli 2025,
Verzamelen met auto’s bij het Wielrenpad. Vertrek om 08.30 hr.naar startlocatie: Parkeerterrein v.d. VALK HOTELS. Adres: Klein Zwitserland 8, GILZE.
Thema natuur/bos en landelijk
Welkom bij onze verrassings tocht.
Rond 1900 waren grote ontginningen voor land en bosbouw toen nog niet aan de orde. Een afwisseling van droge en natte heide, vliegdennen en vennen waren beeldbepalend. Het Langven gelegen aan de overkant van het zandpad waar we langs fietsen, is terug te zien op de oude kaart van 1900. Het ven ligt nog grotendeels in dezelfde vorm en staat als toen. Op de oude kaart staat het oude grenskantoor ook weergegeven. Op dit moment is Staatsbosbeheer bezig om het oorspronkelijke heidelandschap weer meer terug te krijgen. Zoals we zien is op dit moment veel grond in gebruik genomen voor de land- en bosbouw. Percelen met naaldbos zijn ongeveer 5 jaar geleden weggekapt. Door middel van begrazing met schapen en runderen houden ze deze plekken open.
Het oude grenskantoor/marechausseewoning is nog steeds terug te zien .daarom is het belangrijk dat we een geldig legitimatie/paspoort bij ons hebben, TCVP gaat de grens over.
Er werd door heel veel mensen gesmokkeld in de grensstreek.Het waren vooral werklozen die zich schuldig maakten aan smokkel. Dit blijkt ook uit het plotselinge teruglopen van smokkel rond de maand oktober. Velen vonden dan namelijk tijdelijk werk in de bietencampagne. Alles wat in België goedkoper was, werd naar Nederland gesmokkeld; suiker, elastiek, tabak, lampen etc. De spullen werden veelal op de fiets meegenomen in zakken aan het stuur, maar ook weggestopt in bijvoorbeeld holle zadels of onder de kleren. Uiteraard werden er ook zaken van Nederland naar België gesmokkeld. Vlees en vis waren erg in trek. Ook levende beesten werden de grens overgebracht. Jutezakken om de poten voorkwamen hoefafdrukken. In de Eerste Wereldoorlog vierde smokkel hoogtij. Er ontstonden zelfs beurzenin Amsterdam en Rotterdam. Smokkelen was dan geen “centje- bijverdienen”, het ging om grof winstbejag ten koste van de Belgen.
We passeren een grens overgang,we zien een reconstructie van een wachthuisje langs de grensovergang tussen bezet België en neutraal Nederland tijdens WO1 langs de Dodendraad (1915 -1918) hiervan is ook een wandel / fietsroute.Later op de route zien we nog een reconstructie.
Tijdens onze tocht komen we een kasteel tegen,het kasteel staat in een Domein. Achter het kasteel staat de tweede grootste mammoetboom van Belgié. Bij de laatste meting in 2017 had hij een omtrek van 6,15 meter en een hoogte van 41,35 meter. Sinds 2010 is hij beschermd. Deze bomen kunnen eeuwenoud worden en nog veel breder dan dit.” Her en der zien we nog omgevallen bomen die het slachtoffer waren van een tornado die door het gebied raasde. Het domein is een droom voor liefhebbers van bomen, vogels en paddenstoelen. Door de unieke boomsoorten vind je hier in de herfst ook zeldzame paddenstoelen. Dat is het fijne aan dit reservaat: elk seizoen beleef je anders en zie je mooie dingen.
Wij fietsen om het Domein heen, via de gerestaureerde smeedijzeren poort kom je in het bos (100 hectare) binnen. Door haar bijzondere natuurwaarden werd het een bosreservaat. Concreet houdt dat in dat grote delen van het bos niet beheerd worden. “Dit was ooit de grond van het klooster ,waardoor het de naam ‘Nonnenbosch’ kreeg.
Naast landbouw kwam eind negentiende eeuw de veeteelt opzetten: in ……….werden er vierhonderd koeien gestationeerd, er werden varkensstallen gebouwd. Daarnaast werden de landlopers aan het werk gezet om bossen aan te planten, want de voedselarme zandgrond bleek een ideale ondergrond voor dennenbomen. Het hout van de bospercelen werd gebruikt voor de wapenindustrie (houtskool was een belangrijk ingrediënt van buskruit tot aan de Eerste Wereldoorlog) en voor ‘asbemesting’: door as op de schrale landbouwpercelen te strooien, werd de grond vruchtbaarder. Op de akkertjes werden gewassen verbouwd.
Net als in Vriezenveen in Nederland ,had Belgie ook een kolonie project, waar vooral zwervers/landlopers en veroordeelden verbleven.
En dat er een behoorlijke strakke discipline afgedwonen werd! Dagelijks was er een controle van de wijk- of sectiemeester en er werd een maandelijkse controlekaart opgesteld. Daarbij werd aangeduid wat de score was qua gedrag, hygiene en gezondheid. De kolonisten die slecht gekleed waren of wier woning niet in orde was mogen niet gaan werken.
Bij verwaarlozing werd loon ingehouden. Bij zware overtredingen werd men overgeplaatst naar de onvrije kolonie.
Ondanks die stenge discipline was het bewaren van de discipline een behoorlijk probleem. In 1828 wed het volgende opgetekend: op een bevolking van 600 man:
- 55 kolonisten gestraft voor moordpoging
- 74 kolonisten gestraft voor schelden
- 153 kolonisten gestraft voor brandstichting of vandalisme
- 168 kolonisten gestraft voor alcoholisme
- 183 kolonisten gestraft voor werkweigering
- Na 1830 komt het nooit meer echt goed met het project
We fietsen onze laatste kilometers naar het start punt.